Hoe communiceer je als praten voor je naaste moeilijker wordt?
Dat kan wennen zijn, maar er zijn allerlei andere manieren om contact te hebben.
Naarmate de dementie verder vordert is de gebruikelijke communicatie met woorden soms niet meer goed mogelijk.
Maar als praten moeilijker gaat, kun je wel op allerlei andere manieren contact hebben en duidelijk maken dat je naaste belangrijk voor je is.
Korte vragen stellen
Wil je dat je naaste iets gaat doen, vraag haar dat dan vlak voor het moment dat het moet gebeuren. Gebruik korte, gerichte vragen en geef niet meer dan één boodschap per keer. Stel je vraag zo dat de kans op falen het kleinst is.
Zo voorkom je dat je naaste zich onzeker gaat voelen en bang is om dingen fout te doen.
Vraag liever ook niet naar het waarom van iets: je naaste zal er vaak geen antwoord op weten.
Gespreksonderwerpen vinden
Tijdens gesprekken met je naaste zal je merken hoe vaak je in het dagelijks spraakgebruik in de verleden tijd praat. Maar dat is voor haar steeds moeilijk te begrijpen. ‘Heb je lekker geslapen?’ is al een lastige vraag. Gesprekken zijn niet langer bedoeld om informatie uit te wisselen. Daar zal je aan moeten wennen. Toch is het belangrijk om met je naaste te blijven praten. Zo breng je aan haar over dat je warmte voor haar voelt en aandacht voor haar hebt. Je naaste onthoudt misschien niet wat je vertelt, maar ze geniet wel van je verhalen. Zeker als je praat over iets wat ze op dat moment kan zien, ruiken of aanraken, zal ze dat prettig vinden. Foto’s zijn daarbij een handig hulpmiddel.
Ik weet mogelijk niet meer wie u bent, ook al ken ik u al heel lang. Zeg me wie u bent en hoe wij elkaar kennen.
— Hans (95)
Communiceer met beelden
Wanneer je naaste moeite heeft met spreken, kun je proberen of communiceren met plaatjes beter werkt. Maak kaartjes met foto’s of pictogrammen van woorden en handelingen die jullie veel gebruiken. Op de website sclera.be vind je honderden pictogrammen, die je gratis kunt downloaden. Je kunt de kaartjes uitprinten en plastificeren, of de beelden opslaan op de computer. Door het laten zien van een bepaald plaatje, maak je elkaar duidelijk wat je wilt zeggen.
Lichaamstaal is belangrijk
Meer dan de helft van alle communicatie is non-verbaal. En je naaste wordt steeds gevoeliger voor non-verbale communicatie en lichaamstaal. Hoe je iets zegt, is belangrijker dan wat je zegt. Ook al zeg je iets in woorden die je naaste niet begrijpt, ze begrijpt je lichaamstaal wel. Houd daarom altijd oogcontact en praat met gebruik van je handen, je gezichtsuitdrukking en je ogen. Raak haar aan als dat haar geruststelt. Ook je stemgeluid en toon zijn belangrijke communicatiesignalen voor je naaste.
Omgekeerd is de lichaamstaal van je naaste een belangrijke informatiebron voor jou. Uit haar lichaamstaal kun jij opmaken hoe ze zich voelt en wat ze je probeert duidelijk te maken. Iemand anders ziet het misschien niet, maar jij ziet aan de twinkeling in haar ogen dat ze geniet.
Doen in plaats van praten
Als praten niet meer gaat, maak dan op een andere manier duidelijk dat je er voor haar bent. Een aanraking, kus of knuffel is een mooie manier om je genegenheid te tonen. Je kunt je naaste voorlezen en samen een boek of fotoalbum bekijken. Ga naar buiten als het lekker weer is en eet samen een ijsje. Maar je kunt ook haar nagels vijlen of zachtjes haar handen met crème masseren.
Ik kneep zachtjes in mijn moeders wangen en zei: “Wat hebben we het toch gezellig samen.” Ze glimlachte.
— Ingrid (56)
Communiceren bij dementie.
Vraag: Mijn naaste belt meerdere keren per dag, wat nu?
‘Mijn moeder heeft dementie en belt me elke dag meerdere keren. Hoe zorg ik dat dit stopt?’ Dementie-expert Mariëtte Hofman geeft antwoord.
Vraag
Mijn moeder heeft alzheimer. Mijn vader is een paar jaar geleden overleden en sindsdien woont ze alleen. Ik ga elke week op bezoek voor de gezelligheid en om een handje te helpen bij klusjes. Mijn moeder belt me elke dag. Vaak meerdere keren. Soms belt ze met een vraag, maar vaak belt ze zomaar of verwijt ze me dat ik niet genoeg langskom. Ik wil er graag voor haar zijn, maar al die belletjes worden me teveel. Wat kan ik doen?
Antwoord van dementie-expert Mariëtte Hofman
Herhaald gedrag komt veel voor bij mensen met dementie. Door de dementie weet je moeder niet meer dat ze je kortgeleden al heeft gebeld. Het is geen onwil, maar het kan voor jou wel ontzettend lastig zijn. Het heeft geen zin om tegen haar te zeggen dat ze al meerdere keren heeft gebeld. Voorkom dat je in een discussie belandt. Maar wat kun je dan wél doen?
Bij herhaald gedrag is het slim om na te gaan waarom iemand iets doet. Focus je aandacht op de emotie die erachter zit, niet op het gedrag zelf. Wat is de reden dat je moeder zo vaak belt? Is ze verveeld of verdrietig? Wil ze even een bekende stem horen? Voelt ze zich eenzaam of verloren en heeft ze houvast nodig?
Als je erachter bent waarom ze belt, kan je bekijken hoe je het patroon kunt doorbreken. Is er een oplossing te bedenken die je moeder plezier doet en jou ontlast?
We zetten een aantal ideeën op een rij:
- Als je moeder zich verveelt, kan het helpen om (meer) dagbesteding voor haar te regelen. De casemanager kan hierbij helpen.
- Muziek of radio kan afleiden van de verveling en de leegheid wat wegnemen. Vraag aan het bezoek of de thuiszorg om de radio aan te zetten als ze weggaan. Je kunt ook je moeder aanleren om de radio aan te zetten als ze zich verveelt en jou wil bellen.
- Is ze eenzaam? Kijk of jijzelf of anderen vaker op bezoek kunnen komen.
- Maak met vrienden en bekenden een belcirkel, zodat je moeder vaker zelf gebeld wordt.
- Belt je moeder steeds met de vraag wanneer je weer komt? Zeg dan dat je zin hebt om haar weer te zien en leg uit wanneer je er weer bent. Misschien helpt het om een grotere agenda of weekplanner bij haar neer te leggen of op te hangen. Daarin schrijf je op wanneer je langskomt.
Probeer je in elk geval niet schuldig te voelen als je af en toe niet opneemt. Of dat nu komt omdat het jou niet uitkomt of omdat je er de energie niet voor hebt. Spreek een vriendelijke boodschap in op je voicemail waarin je zegt dat je later terugbelt. Zo heeft je moeder toch weer even je stem gehoord.
Heeft je naaste een casemanager? Dan kun je dit probleem ook met de casemanager bespreken. Misschien heeft hij ook nog goede ideeën.