De 10 geboden, omgaan met dementie.
Waarschijnlijk herkent u zich in de volgende zin:
Wat kan ik wel zeggen, en wat beter niet, tegen mijn naaste met dementie.
Het is ongelooflijk moeilijk om jezelf af te stemmen op je naaste met dementie.
Vandaag heeft datgene wat je zegt of doet effect, maar morgen werkt het juist averechts.
Hoe komt dat toch? De persoon met dementie is erg onder invloed van zijn of haar omgeving, hoe is de sfeer, wat gebeurd er om de persoon heen.
Zijn er teveel of juist te weinig prikkels.
Veel omgevingsfactoren bepalen het humeur en de gemoedtoestand van de persoon met dementie.
Dus ook de reacties op vragen of handelingen.
Hieronder vind u de 10 geboden die u kunnen helpen:
- Spreek nooit tegen, geef altijd gelijk.
- Zeur niet over het heden, ga terug naar het verleden.
- Niet corrigeren, maar afleiden en waarderen
- Focus op mogelijkheden, niet op onmogelijkheden.
- Niets moet, alles mag.
- Vraag nooit te herinneren, maar herinner samen.
- Oordeel niet, bemoedig en complimenteer.
- Zeg nooit, dat heb ik je gezegd, herhaal het gewoon nog een keer.
- Preken is voor de kerk, geruststellen is het betere werk.
- Doe niets met dwang, dan duurt het alleen maar extra lang.
We leggen het even uit:
- Spreek nooit tegen, geef altijd gelijk.
Het kan u tegen de borst stoten om iets toe te geven wat echt niet klopt. Vraag u af, hoe belangrijk is mijn gelijk? Wat brengt het mijn naaste met dementie om deze woordenstrijd met mij te voeren? Is het allemaal de moeite waard? Is op alles het antwoord “nee”. Bedenk dat gelijk geven voor u beide de minste stress geeft. - Zeur niet over het heden, ga terug naar het verleden.
Personen met dementie leven steeds meer in het verleden, het heden heeft geen vat meer op hun brein. Zij kunnen de gesprekken over hier en nu steeds moeilijker volgen, waardoor ook hun interesse naar vandaag op de achtergrond verdwijnt. Het verleden is nog levendig en daarover kunnen en willen ze vaak graag vertellen en delen. - Niet corrigeren, maar afleiden en waarderen.
Door corrigeren maak je de persoon met dementie erg onzeker, vaak voelen ze zelf al dat er zaken niet goed gaan, door correctie versterk je dat gevoel. Dat kan boosheid of verdriet oproepen. Laat de persoon met dementie datgene nog doen waarvan je zeker weet dat het goed gaat, en geef na afloop een compliment. - Focus op mogelijkheden, niet op onmogelijkheden.
Zoals bij het derde gebod, laat de persoon met dementie datgene doen wat nog lukt. - Niets moet, alles mag.
Bedenk als mantelzorger, hoe kan ik het beste voor mijzelf zorgen, met zo min mogelijk zorgen en stress. Dat kan betekenen, dat je, je naaste meer vrijheid gunt, zover als dat mogelijk is om de dag zo relaxed mogelijk door te komen. - Vraag nooit te herinneren, maar herinner samen.
Testen is pesten!! Ga niet datgene vragen waarvan je denkt dat het je naaste kwetst, vooral wanneer het kort termijn geheugen verstoort is. Haal samen herinneringen op via opgedane ervaringen of via fotoboeken e.d. - Oordeel niet, bemoedig en complimenteer.
Laat het oordeel maar los, daar kunt u in deze situatie niks mee, het frustreert u beide.
Bemoedig uw naaste om bijvoorbeeld bepaalde activiteiten mee te doen en geef gemeend een compliment. Hoe eenvoudig ook, het is zo belangrijk voor u beide. - Zeg nooit, dat heb ik je gezegd, herhaal het gewoon nog een keer.
Personen met dementie zijn vaak erg snel weer vergeten wat er zojuist gepasseerd is.
Zij vergeten niet expres, het hoort bij de ziekte dementie. Gewoon nog een keer herhalen dus. - Preken is voor de kerk, geruststellen is het betere werk.
Deze stelling (s)preekt voor zich, wanneer u uw naaste geruststelt, verdwijnt de eventuele stress, en hoeft u niet te preken. - Doe niets met dwang, dan duurt het alleen maar extra lang.
Voorbeeld: U hebt met uw naaste een afspraak bij de huisarts, dus u wilt op tijd weg….
Door uw non-verbale uitstraling (stress) beïnvloed u uw naaste met dementie. Die voelt dit feilloos aan en raakt daardoor nog meer in de war.
U kunt tientallen keren zeggen dat er opgeschoten moet worden, want u wil tijdig bij de huisarts zijn, dat werkt dus averechts.
Wat dan wel; begin zeer ruim op tijd met de dagelijkse rituelen. Zeg nog niet dat jullie naar de huisarts gaan, dan wordt er ook nog geen stress ervaren. Wanneer alle dagelijkse handelingen achter de rug zijn, kunt u kijken hoeveel tijd er eventueel nog over is. In alle rust kunnen jullie vertrekken richting de huisarts.
Tip; maak niet vroeg in de ochtend een afspraak bij de huisarts, zodat u volop tijd heeft om extra vroeg aan de dagelijkse handelingen te beginnen.
Bron; Jolanda Jongedijk.