De rol van de huisarts. ( waar hem of hij staat bedoelen we ook haar of zij.)
Na de diagnose is de huisarts voor jou en je naaste met dementie het eerste aanspreekpunt. Waarvoor kun je bij je huisarts terecht?
Voor veel zorg ben je afhankelijk van zijn doorverwijzing. Ook voor de behandeling van klachten die samenhangen met de dementie, ga je eerst naar de huisarts.
Verbindingen leggen
De huisarts van je naaste is meestal een bekend en vertrouwd persoon. Hij kent je naaste en haar situatie vaak al jaren. Je stapt dan gemakkelijk bij hem of haar over de drempel. Regelmatig contact met de huisarts zal je helpen bij het regelen van zorg voor je naaste. Hij legt voor jullie de contacten en weet de weg in het land van alle zorgvoorzieningen. De huisarts is de aangewezen persoon om verbindingen te leggen tussen de verschillende zorgaanbieders en heeft de autoriteit om zaken voor elkaar te krijgen.
Tips voor het gesprek bij de huisarts
Denk je dat je naaste dementie heeft en wil je met deze persoon naar de huisarts? Bereid je goed voor op het gesprek. Deze tips helpen daarbij.
Je maakt je zorgen en wilt deze samen met je naaste bespreken met de huisarts. Het is een eerste stap om te ontdekken wat er aan de hand is. Is het dementie of is het iets anders? We geven je een aantal tips waarmee jullie goed voorbereid het gesprek in kunnen gaan.
- Vraag een dubbel consult aan bij de huisarts. Voor dit gesprek is een enkel consult echt te kort en blijf je zitten met onbeantwoorde vragen. Als het kan, vraag dan of de huisarts een huisbezoek wil doen.
- Zet je zorgen op papier. Wat is er veranderd in het gedrag van je naaste en waarom maak je je daar zorgen over? Houd een dagboekje bij, als dat je helpt. Je aantekeningen zijn jouw geheugensteuntjes als je voorbeelden moet noemen die je naaste niet kan geven. Download hieronder onze checklist voor een gesprek bij de huisarts.
- Bespreek je zorgen met familie, de thuiszorgmedewerker, wijkverpleegkundige of de DementieLijn en vraag advies. Herkennen en bevestigen ze jouw zorgen? Voel je dan gesterkt in je zorgen en neem de bevindingen van de anderen mee in het gesprek met de huisarts.
- Geef je naaste de regie, want het gaat om haar. Zij heeft mogelijk een ernstige ziekte en is niet ‘gek’. Wees er alert op dat de huisarts daadwerkelijk met haar spreekt en niet over haar hoofd met jou het gesprek voert.
- Heeft je naaste de geheugentest gedaan? Print dan de uitslag en geef hem aan de huisarts. Het geeft hem duidelijkheid en inzicht in de veranderingen. Hij kan de resultaten met jullie bespreken.
- Heeft diegene de geheugentest niet gemaakt, maak hem dan voor deze persoon vanuit jouw perspectief. De vragen van de test helpen je duidelijkheid te krijgen in de veranderingen.
- Gaat je naaste bij de huisarts de signalen ontkennen of praat deze eromheen? Vermijd dan de strijd en discussie, want deze win je niet.
Op vragen van de huisarts antwoordde hij steevast: dat interesseert me niet.
Marijke (68)
- Als je verwacht dat je naaste gaat ontkennen, kijk dan of je de huisarts alvast een keer kunt bellen zodat hij voorbereid is en in kan spelen op het gedrag van je naaste.
- Krabbelt je naaste terug en wil ze toch echt niet mee, neem dan iemand anders mee. Ga niet alleen het gesprek aan, want samen weet je altijd meer.
Het komt voor dat de huisarts in eerste instantie niet direct iets met de signalen doet. Misschien wil hij het nog even aankijken en jullie over een tijdje terugzien. Twijfel je en blijf je met een onbevredigd gevoel zitten, geef dan niet op. Lees de artikelen Twijfels over het oordeel van de arts en Een andere huisarts raadplegen en bereid je goed voor op de vervolgstappen.
Richtlijnen voor huisartsen
Er bestaan voor huisartsen landelijke richtlijnen voor dementie. Iedere huisarts weet hierdoor in principe wat hij moet doen en wat er van hem wordt verwacht. Maar niet iedere huisarts heeft evenveel ervaring met dementie. Je kunt daar rustig naar informeren. De huisarts kan jullie eventueel doorverwijzen naar bijvoorbeeld een casemanager, trajectbegeleider, praktijkondersteuner of gespecialiseerd wijkverpleegkundige.
Een handig hulpmiddel om te raadplegen voordat je naar de huisarts gaat, is de Zorgstandaard Dementie. Dit is de standaard die we met elkaar in Nederland hebben afgesproken over waar de zorg voor iemand met dementie aan zou moeten voldoen.
Wat je van je huisarts mag verwachten, is dat hij een aantal zaken met jou bespreekt en hierin advies geeft. Hij zal dit het liefst doen waar je naaste bij is. Onderwerpen die hij met jullie kan bespreken zijn:
- Vragen over de ziekte, met de nadruk op wat nog wel mogelijk is;
- Dementie en autorijden;
- De behandeling van dementie met of zonder medicijnen.
Hij zal informeren naar zaken als:
- De dagstructuur en de sociale contacten van je naaste;
- De verantwoordelijkheid voor de financiën, medicatie, eten en vervoer;
- De behoefte aan huishoudelijke hulp of hulp bij de persoonlijke verzorging;
- Eventuele aanpassingen in huis;
- Veiligheidsrisico’s als brandgevaar, agressief gedrag of dwaalgedrag van je naaste;
- Jouw draagkracht en draaglast als mantelzorger en de risico’s op overbelasting.
De huisarts zal zeker ook met jullie praten over een zorgbehandelplan. Hierin noteert hij de gezondheidsproblemen van je naaste met de bijbehorende behandelingen en de monitoring daarvan. Ook het ondersteuningsplan voor jou als mantelzorger is in handen van de huisarts. Hij houdt hierin bij hoe jij geholpen wordt in de zorg voor je naaste.
Regelmatig contact met de huisarts
De huisarts of de casemanager zal regelmatig contact opnemen om te horen hoe het gaat. Ook als je denkt dat het niet nodig is, is het goed om deze aandacht te accepteren. Dementie is een ziekte die vaak sluipenderwijs erger wordt. Iemand die iets verder weg staat, verstand van zaken heeft en jullie kent, kan sneller zien wat er is veranderd. Daardoor kan er op tijd worden ingegrepen als jij overbelast dreigt te raken of je naaste neerslachtiger is dan een tijdje geleden.
Onze casemanager komt iedere maand langs. Ze loopt al tien jaar met ons mee en kent mijn moeder door en door. Ze is een steun voor haar, maar ook voor ons.
Karima (42)
Plotselinge veranderingen
Aarzel niet om meteen de huisarts te bellen als je naaste ineens dingen ziet, hoort of ruikt die er niet zijn. Ook als haar gedrag verandert in angstig, agressief of somber gedrag is het verstandig meteen de huisarts te bellen. Wacht niet tot het volgende reguliere bezoek.
Bel de huisarts ook als je vermoedt dat je naaste pijn heeft, merkt dat ze haar plas niet op kan houden of denkt dat ze ergens een ontsteking heeft. De klachten kunnen dan snel behandeld worden. Je naaste zal in veel gevallen zelf niet goed kunnen aangeven waarvan ze last heeft. Jij bent dan de persoon die dit het beste ziet en aanvoelt. Twijfel je? Bel dan, de huisarts kan je geruststellen of actie ondernemen. Lees ook het artikel ‘Delier bij dementie’.
Nadenken over later
Het zijn moeilijke onderwerpen, maar vroeg of laat staan jullie voor vragen over de grenzen van behandelen en het levenseinde van je naaste. Bespreek dit soort vragen openlijk samen met je naaste en de huisarts. Leg de afspraken vast in het zorgbehandelplan of in een schriftelijke wilsverklaring. Daarmee voorkomen jullie dat ze behandeld wordt terwijl je naaste dat niet meer wil.
Hebben jullie vragen over euthanasie, bespreek deze dan ook zorgvuldig met de huisarts. Een eventueel euthanasieverzoek moet bij de huisarts op papier staan.
Houd er rekening mee dat de rol van de huisarts kan veranderen wanneer je naaste opgenomen wordt in een verpleeghuis. De rol van de huisarts wordt dan in principe overgenomen door de specialist ouderengeneeskunde (voorheen verpleeghuisarts). Het is goed om dit na te vragen bij het verpleeghuis van je naaste.