Dementie en prikkels: te veel of te weinig
Stop dit lawaai. Er zijn te veel mensen. Wat een fel licht. Als je gezond bent, kun je dat soms al denken. Als je dementie hebt, voel je dit nog sterker. Andersom kan ook. Als je te weinig prikkels krijgt, voelt het alsof je onzichtbaar bent.
Prikkels en je hersenen
Als je gezond bent, kun je een geluid horen zonder er last van te hebben. Een optrekkende vrachtwagen in de straat. De wasmachine die een wasje draait. Kinderen die elkaar roepen. Je hoort het als je er op let. Maar je hebt er weinig of geen last van. Dat komt omdat je hersenen geluid filteren. Als je gezonde hersenen hebt, reageer je alleen op belangrijke geluiden.
Hoe werkt overprikkeling?
Als je dementie hebt, raken je hersenen beschadigd. Dementie kan zorgen dat geluiden, geuren, beelden of aanrakingen niet op de achtergrond zijn, maar heel dichtbij. Dat komt omdat hersenen bij dementie anders werken.
Prikkels, zoals geluid, geur en aanraking worden verkeerd verwerkt. Het dan voelt alsof die vrachtwagen door je woonkamer rijdt. Alsof de gillende kinderen rechtstreeks in je oor gillen. Zelfs als jij binnen zit en die kinderen buiten zijn.
Je hersenen kunnen het verschil niet meer zien. Alle geluiden zijn even belangrijk. Dus op alle geluiden reageer je. Als er om je heen veel gebeurt, is het al snel te veel. Bij dementie kunnen je hersenen niet veel prikkels tegelijk aan. De prikkels komen ‘in de file’ te staan. De snelwegen in je hersenen raken overbelast.
Overprikkeling herkennen
Te veel prikkels? Dit kunnen kenmerken zijn:
- Boos of geïrriteerd: iemand die overprikkeld is, moppert of is snel boos.

- Onrustig: bij overprikkeling is iemand onrustig, omdat hij of zij weg wil van het teveel aan prikkels. Wanneer dit niet kan, zal die proberen de prikkels te ‘overstemmen’ door veel te gaan praten, of te gaan tikken. Let op: bij te weinig prikkels zijn mensen ook onrustig. Maar dan omdat ze op zoek zijn naar prikkels en daarom zelf geluid gaan maken.
- Problemen met slapen: in slaap vallen lukt minder goed.
- Lichamelijk: gespannen spieren, een rodere huid, hoge ademhaling, zweten.
- Veranderd gedrag: iemand zegt ‘nee’ tegen dingen die hij/zij normaal gesproken graag doet.
Te weinig prikkels: onderprikkeling
Als je ouder wordt, werken je ogen minder goed. Maar zelfs als je ogen en oren nog prima werken, kan dementie zorgen dat je slecht ziet of slecht hoort. Dat komt door de schade in de hersenen. Je ziet dingen, maar je hersenen verwerken het niet goed. Je hoort iets, maar je brein ‘begrijpt’ niet wat je hoort. Je krijgt dan te weinig prikkels binnen. Dat kan angstig voelen. Het kan voelen alsof je ‘er niet bent.’
Onderprikkeling herkennen
Te weinig prikkels? Dit kunnen kenmerken zijn:
- Onrustig: iemand zoekt juist prikkels op. Door rond te lopen, dingen vast te pakken, en te tikken met voeten of vingers. Ook kan iemand zelf geluid gaan maken om de stilte op te vullen.
- Problemen met slapen: Bij zowel te weinig als te veel prikkels slaap je slechter. Als je overdag te weinig prikkels krijgt, is dat ’s nachts ook een probleem. Sommige mensen slapen beter met geluid (muziek) of lichtprikkels (bewegende lichtjes). Ook een verzwaringsdeken kan helpen.
- Angst: Als je te weinig dingen ziet, voelt en ervaart, kun je het gevoel krijgen dat je er niet ‘bent’. Dat is angstig.
- Dingen zien of horen die er niet zijn: Als iemand lange tijd te weinig prikkels krijgt, kan die dingen gaan zien of horen die er niet zijn. De hersenen vullen dan de ‘leegte’ op. Let op: dit kan ook een andere oorzaak hebben dan onderprikkeling.
Tips van mensen met dementie
- Zeg niet te snel ‘nee’ uit angst om overprikkeld te raken.
- Houd liever de mogelijkheid open om ergens eerder weg te gaan.
- ‘Ik wil niet, wat als het teveel wordt?’ Maar wat als het erg leuk blijkt?
- Luisterboeken luisteren, met een koptelefoon op, is fijn tegen overprikkeling.
- Ga hardlopen of wandelen.
- Zoek de natuur op.
- Doe iets creatiefs of nuttigs in een omgeving met veel prikkels (handwerk, groente snijden).
- Slaap overdag een uurtje als dat betekent dat je je beter voelt.
- Precies genoeg prikkels

Het is belangrijk dat je niet te veel, maar ook niet te weinig prikkels krijgt. Mensen die te weinig prikkels krijgen, gaan op zoek naar prikkels. Puur om te voelen dat ze nog bestaan. Of ze gaan juist in een soort sluimerstand: ze doen niks.
Want ieder mens heeft behoefte aan geluiden, gebeurtenissen, geuren en dingen om naar te kijken. Hoeveel je nodig hebt, verschilt per persoon. Het is soms lastig om het verschil te zien tussen iemand die overprikkeld is, of juist onderprikkeld.
Tips bij te veel of te weinig prikkels:
- Vind de oorzaak door zelf goed te kijken welke prikkels er zijn.
- Prikkels kunnen ook van binnenuit komen. Zoals pijn. Of naar de wc moeten.
- Kijk hoe iemand reageert op de televisie, de stofzuiger of ander geluid.
- Kijk of het beter gaat als je prikkels weghaalt. Bijvoorbeeld door de tv uit te zetten.
- Besef dat ‘achtergrondgeluid’ hard binnen kan komen (de afzuigkap, pratende mensen).
- Besef dat je het ene moment overprikkeld kunt zijn, en op een ander moment onderprikkeld.
- Bij onrust in de nacht kan een bewegend nachtlampje of zachte muziek helpen.
- Een verzwaringsdeken kan helpen om beter te slapen.
Bron; Dementie.nl






