Arjan Videler geeft uitleg over gedragsverandering bij dementie
Rens stel de vragen aan Arjan en hij geeft met veel deskundigheid de antwoorden.
Welke gedragsproblemen zijn er?
Een gedragsprobleem bij dementie is vaak een probleem voor de ander. De persoon met dementie zien zijn/ haar gedrag niet als een probleem. Je spreken liever van een gedragsverandering, dan probleem.
Of zelfs van uitdagend gedrag, want dat kan het zeker zijn, hele lieve mensen kunnen erg boos en onredelijk worden, terwijl iemand die niet zo gemakkelijk in het leven stond, bij dementie in een erg meegaand persoon veranderd.
Iemands karakter trekken kunnen versterkt worden in het begin van de dementie.
Bij gedragsverandering is de voorste kwab in de hersenen aangetast, die zorgt voor de verandering. Stemmingen worden dus veroorzaakt door een beschadigd brein.
De invloed van de omgeving op stemmingen is erg belangrijk. Denk aan muziek, vrolijke omgeving.
Door het verlies van overzicht maar ook door verlies van een naaste kan bij iemand met geheugenklachten een depressie veroorzaken.
Hoe ga ik hier dan mee om?
Heb begrip voor het waarom van de klachten. Sluit zelf aan bij het moment, wat gebeurt er, wat is de reactie.
Iemand met dementie verliest zichtzelf en de naaste omgeving ( regie en overzicht).
Bij dementie ontstaat er angst, spullen raken kwijt, de bekende omgeving lijkt veranderd. Maak het als naaste bespreekbaar bij de persoon met dementie, zij voelen zich niet zo alleen staan in hun proces. Vaak kunnen ze niet meer op woorden komen en moeilijk zinnen maken
Hoe ga om met de persoon met dementie als die opeens een erg kort lontje blijkt te hebben?
Straal zelf rust uit, omdat er waarschijnlijk frustratie onder de boosheid zit.
Er is een wisselwerking met de omgeving, dus wanneer je rust uitstraalt, is het vuur eerder uit het lontje.
Wat doe als iemand apathisch is, dus niks wil.
Neem dan zelf initiatieven, zoals je normaal ook doet. Met kleine stapjes probeer je de persoon met dementie te bewegen tot actie.
Vaak sta je als familielid te dichtbij om iets te bereiken, dan zou je een wijkondersteuner, of vrijwilliger in kunnen schakelen. Ook de praktijkondersteuner huisarts kan bij beginnende dementie hulp bieden.
Waar mogelijk is dagbesteding een hele goede oplossing.
Door apathisch gedrag kan een depressie ontstaan.
Wanneer alles op niets uitloopt kun je een casemanager inschakelen om te begeleiden.
Bij zeer grote problemen is er het GGZ.
Iemand met dementie die apathisch is wil ook niet naar een huisarts, nodig de huisarts thuis uit, de arts zal de partner ondersteuning geven en de patiënt onderzoeken om alle medische mogelijkheden uit te sluiten.
Er moet uiteindelijk wel een diagnose gesteld worden, omdat er veel geregeld moet worden, denk aan notaris, bankzaken e.d.
Als je iets gaat mededelen aan de persoon met dementie zorg dan voor de goede timing, dit scheelt erg veel.
Een opmerking kan zijn; je mag het gewoon proberen, als je het niet fijn vind stop je weer. Wanen en Hallucinaties. Wanen komen voor in het verloop van het dementieproces ( met depressie). Bij wanen hebben mensen gedachten die niet kloppen: ze denken dat er bijv. iets is gestolen, vaak door diegene die dichtbij staat. Blijf bij zulke beschuldigingen uit de strijd, want de persoon met dementie voelt zich op dat moment niet veilig.
Hallucinaties, Mensen met dementie zien dingen of personen die er niet zijn, dit kan ook een delier zijn.
Bij een delier heeft de persoon, koorts, grieperig, ontsteking.
Hallucinaties kunnen ook ontstaan door overprikkeling.
Wanner ze personen zien kun je vragen of het “aardige personen zijn”.
Voor mensen met dementie is het topsport om erbij te blijven.
Parkinson en dementie. Parkinson patiënten krijgen later dementie. Er is vaak schaamte bij mantelzorgers voor het gedrag van hun naaste met dementie. Geef als naaste luchtige reactie in openbare gelegenheden.
Bijv. iemand met dementie eet zeer snel zijn soep op, dan kun je reageren naar de overige gasten: hij/zij vindt de soep ontzettend lekker. Een dorp kan mee, dan wel tegen werken, voor de persoon met dementie en hun omgeving. Iedereen wil helpen als het bekend is, maar kan zich ook juist extra bekeken voelen. Kunnen we dementie voorkomen? Nee echt voorkomen kan niet wel langer uitstellen door regelmatig te bewegen, gezond te eten en genoeg nachtrust te nemen. Dementie begint al 20 tot 25 jaar voordat het zich openbaart. De medicijnen die nu op de markt gaan komen is een speldenprik in het geheel.