Janneke verteld over mantelzorger zijn: ‘Ze ziet soms dingen die er niet zijn’
Janneke vertelt over haar ervaring als mantelzorger voor haar moeder en het traject daarnaartoe. “Het is heel heftig om dat van zo dichtbij mee te maken.”
Ruim 35 procent van alle zestien plussers is momenteel mantelzorger. 16 procent daarvan doet dat voor meer dan acht uur per week. Vanwege de vergrijzing zullen we in 2040 ongeveer 1,6 miljoen tachtig plussers hebben, twee keer zoveel als nu, waardoor steeds minder jongeren mantelzorg kunnen verlenen aan ouderen.
Ouders met dementie
Janneke vertelt dat ze samen met haar zussen mantelzorger is voor haar moeder met dementie en dat ze daar eigenlijk geleidelijk is ingerold. “In eerste instantie wist ik helemaal niet dat mijn moeder dementie had. Mijn moeder was altijd een hele stoere, rustige vrouw en ik merkte aan haar dat ze veranderde,” legt ze uit. “Ze werd onrustig, begon steeds meer te vergeten en had steeds vaker mijn hulp nodig. Ze raakte de weg kwijt. Dingen die zij ooit zelf kon doen, neem ik over.”
De eerste keer dat Janneke merkte dat haar moeder vergeetachtig werd had zij een soort waan. “Ze ziet soms dingen die er niet zijn, dan heeft ze een delier.” Ze heeft het gevoel dat iemand met dementie twee kanten heeft. “Aan de ene kant zijn ze zwaar dement, maar aan de andere kant ook ineens weer glashelder, verbaal sterk en willen ze alles zelf doen,” vertelt ze.
Voor iedereen anders
Het is voor iedereen een ander proces. “Sommigen steken het liefst kun kop in het zand, dat heeft een van mijn zussen. Dan komt het allemaal op mij of mijn andere zus terecht. Als je het met zijn allen kan doen, dan kun je een soort zorgplan opstellen. Dat zou iedereen ontlasten, maar je kunt ook niet van iedereen verwachten dat ze een deel van hun leven opgeven,” vertelt Janneke
Veel moeite mee
Het kan als lastig ervaren worden om te merken dat je ouders bepaalde dingen niet meer kunnen. Het betekent dat er sprake is van verval. “We weten allemaal één ding zeker: we gaan dood, maar dat idee willen we zo ver mogelijk voor ons uitschuiven dat dat gaat gebeuren.”
Bron; Margriet.