Omgaan met afhankelijk gedrag bij dementie
Algemene informatie over afhankelijk gedrag bij dementie
Als iemand al langer leeft met dementie, kan die zich steeds meer aan je vastklampen. Dat is niet zo raar, want jij bent vertrouwd. Toch kan het onhandig, verdrietig en soms verstikkend voelen voor jou als mantelzorger. Het voelt alsof die persoon je ‘claimt.’ Wat kun je doen?
Afhankelijk gedrag komt doordat het geheugen bij dementie verslechtert. Dat zorgt weer voor een onveilig gevoel. Als je dementie hebt, heb je steeds vaker hulp nodig van anderen. In het begin kan iemand met dementie de eigen fouten nog herstellen, met een beetje hulp.
Maar hoe langer je leeft met dementie, des te minder je zelf kunt. Je voelt je zwevend en je hebt een anker nodig. Als familielid, partner of vriend(in) ben jij dat anker. Maar wat als het zo erg wordt, dat de ander niet meer alleen kan zijn? Dat hij of zij zich ieder moment van de dag aan je vastklampt?
Dan groeit de belasting voor jou, als mantelzorger. Je moet dan wel heel sterk in je schoenen staan en heel veel geduld hebben om het vol te houden. Gelukkig zijn er dingen die je kunt doen om jezelf – en jouw dierbare met dementie – te helpen.
Wat kun je doen bij afhankelijk gedrag?
Als je ouder of partner denkt geen moment zonder jou te kunnen, kan het overgaan in obsessief gedrag. Je bent dan eigenlijk continu in gezelschap van de ander, want die kan niet zonder jou. Of je wordt heel vaak gebeld. Dat kan heel vervelend worden. Zeker in combinatie met (herhaalde) vragen. Wat kun je doen?
- Besef dat de persoon met dementie hier niets aan kan doen
De persoon van wie je zoveel houdt, is angstig en jij bent herkenbaar en veilig. Als dementie zorgt dat je hele wereld ‘vreemd’ wordt, is het heel menselijk om je vast te klampen aan wat je kent. Jou dus. Dat gebeurt niet expres, maar onbewust.
- Wordt het erger?
Probeer te achterhalen of het gedrag erger wordt in bepaalde situaties. Dan kun je ook manieren vinden om het te verminderen.
- Houvast is belangrijk
Houvast is belangrijk. Iemand met dementie wil graag weten waar hij of zij aan toe is. Vertel dus wat je gaat doen als je weggaat en wanneer je weer terugkomt. Schrijf het op een briefje en hang dat op.
- Maak een schema
Hang een schema op met de planning voor de dag en de week. Dat geeft houvast, overzicht en voorkomt dat je steeds dezelfde vragen moet beantwoorden.
- Zorg voor afleiding
Zorg voor afleiding door een activiteit ‘achter te laten’. Leg dingen klaar. Bijvoorbeeld voor een klusje of een hobby.
- Zorg voor overzicht
Overzicht is fijn en scheelt vragen. Je kunt op kasten en lades stickers of etiketten plakken, die laten zien wat erin ligt.
- Niet te veel laten kiezen
Het is fijn als je iets te kiezen hebt, maar veel keuze dat kan bij dementie ook verwarrend zijn. Bijvoorbeeld als je ’s ochtends moet bedenken welke kleren je aantrekt. Leg kleding klaar en hou het bij maximaal twee setjes om uit te kiezen.
- Ontspanning werkt
Probeer de ander te laten ontspannen. Met muziek bijvoorbeeld, of ademhalingsoefeningen. Maar ook lekkere geuren kunnen helpen.
- Zelf dingen doen is belangrijk
Zelf dingen blijven doen is belangrijk. Zoveel mogelijk. Onbewust geeft het een veilig gevoel om zelf nog dingen te kunnen doen. Ook als het moeilijk gaat of langer duurt. Zelfs klusjes die jij misschien stom of onbelangrijk vindt, maken een wereld van verschil.
- Denk eens aan dagbesteding
Misschien is dagbesteding iets voor je naaste. Dagbesteding geeft structuur aan de dag. Ze krijgt er gespecialiseerde zorg en jij hebt even tijd voor jezelf.
- Misschien zijn er lichamelijke klachten
Afhankelijk gedrag kan ook komen door lichamelijke klachten. Twijfel je of er iets aan de hand is? Vraag of er iets pijn doet. En bezoek vooral de huisarts als dat zo is.
- Angst kan een oorzaak zijn
Angst kan de oorzaak zijn van afhankelijk gedrag. Zie je dat je naaste erg angstig is? Bespreek dit ook met de huisarts. Is de angst weg, dan wordt ook het gevoel van afhankelijkheid minder. Bij een kleine groep mensen helpen medicijnen. Maar let op: dat geldt lang niet voor iedereen. Overleg altijd met de huisarts over medicijnen.
Bron; Dementie.nl