Als je vader of moeder de diagnose dementie krijgt, is dat behoorlijk pittig. Niet alleen omdat de ziekte niet te genezen is, maar ook omdat de vaardigheden van je ouder steeds meer zullen afnemen. Langzaamaan ga je als kind steeds meer voor je ouder zorgen, terwijl je daar misschien nog helemaal niet aan toe bent. Je rol binnen het gezin verandert. Dat geldt niet alleen voor jou, maar ook voor broers/zussen, je zieke ouder, de niet-zieke ouder en/of de nieuwe partner van je ouder.
Als je gewend bent om je hart te luchten bij je ouder, is het lastig als dat ineens niet meer kan. Kon je vroeger zonder schaamte een potje ruziën? Dan voel je je nu misschien wel schuldig als je een keer boos bent en iets lelijks zegt. Probeer je daar niet te druk om te maken. Een ruzie op zijn tijd is geen ramp.
Zit je ergens mee? Praat met iemand die je vertrouwt. Het is goed om over je zorgen en behoeften te praten met iemand in of rondom je familie waarmee je een goede band hebt. Dat kan je broer of zus zijn, je tante, een vriend(in) of iemand op school, studie of werk. Het kan ook helpen om met een professionele zorgverlener te maken, zoals de casemanager of een psycholoog.
Blijf jezelf ontwikkelen
Het is natuurlijk hartstikke rot als je ouder dementie heeft. En het is niet gek als je dan in de zorgmodus schiet. Maar toch is het belangrijk om ook je eigen keuzes te blijven maken. Daar hoef je je nooit schuldig over te voelen. Soms moet je voor jezelf en je eigen ontwikkeling kiezen. Ga op kamers, boek die vakantie en studeer in het buitenland als je dat wilt. Ben je minder thuis dan vroeger, zoek dan manieren om contact te houden met je ouder(s). (Video)bel regelmatig, maak uitstapjes of stuur eens een kaartje.
Blijf met elkaar in gesprek en maak afspraken
Het is gek als je ineens een andere rol binnen het gezin hebt. Als je (samen) zorgt voor je vader of moeder, dan kan het zijn dat de emoties soms hoog oplopen. Bij jezelf, je broer, je zus, je ouder met dementie, je andere ouder en andere mensen die betrokken zijn. Probeer daarover met elkaar te praten. Bespreek waar je bang, boos of onzeker over bent. Misschien voelt de ander het wel net zo en reageren jullie daarom kribbig op elkaar.
Handige tips van Lizzy Boots:
- Geef je familie af en toe ook een compliment. Laat weten dat je het waardeert wat ze doen. Dat doen ze waarschijnlijk, net als jij, omdat ze van je ouder houden, maar dat betekent niet dat je dat nooit tegen elkaar hoeft te zeggen.
- Maak afspraken met elkaar over praktische zaken. Wie doet wat in huis/binnen het gezin? Maak afspraken en leg deze vast in een gezamenlijke agenda, een whatsappgroep of een app al Myinlife.
- Probeer op een rustige manier aan te geven wat je wel en wat je niet wilt doen.
- Blijf vooral ook leuke dingen samen met je gezin doen.
Focus op wat nog wél kan
Hoe doe je dat?
- Bedenk wat je vader of moeder leuk vindt om te doen. Wat deden jullie graag samen? Kijk of je dat nog steeds kan doen, misschien in iets aangepaste vorm.
- Geef meer aandacht aan de positieve dingen die je vader of moeder doet en leg minder nadruk op de negatieve.
- Lukt iets niet (meer)? Ga op zoek naar praktische oplossingen. Ook tijdelijke of eenmalige oplossingen zijn waardevol.
- Weet dat je ook maar een mens bent en dat je af en toe voor je gevoel zult falen. Soms werkt iets gewoon niet of heb jij (of je ouder) je dag niet. Dat is niet erg. Morgen is er weer een nieuwe dag.
- Weet je even niet wat je moet doen? Laat je inspireren door deze corona-proof activiteiten.