Dwalen en onrust
Onrustig gedrag en dwalen komen regelmatig voor bij dementie. Het kan leiden tot verdwalen. Wat kun je doen, zodat je naaste met dementie zich rustig voelt en veilig blijft?
Omgaan met rusteloosheid bij dementie
Steeds opstaan om iets te controleren. Kasten en lades overhoop halen. Zoekend naar iets, zonder dat je kunt uitleggen wat precies. En waarom. Dit rusteloze gedrag komt veel voor bij dementie. Het hoort bij de ziekte. Hier lees je waar dat gevoel van onrust vandaan komt en wat je ertegen kunt doen.
Voorbeelden van rusteloos gedrag bij dementie
Onrust komt veel voor bij dementie. De manier waarop je op dat onrustige gevoel reageert, verschilt per persoon. Mogelijk herken je deze situaties:
- ‘s middags en ‘s avonds onrustig en ongeduldig zijn
- onrustige bewegingen maken, zoals tikken, frunniken of schuifelen met de voeten
- wakker liggen, moeilijk in slaap komen
- snel afgeleid zijn
- altijd gezelschap willen hebben
- te veel energie hebben, hyperactief zijn
- snel geïrriteerd reageren, soms zelfs erg boos
- onverwacht gedrag (impulsief)
- ongeremd gedrag
Oorzaken van rusteloos gedrag
Dementie veroorzaakt een gevoel dat er iets niet klopt. De hele tijd denk je dat je iets belangrijks had moeten doen of regelen. Je weet alleen niet meer wat. Wanneer je dat voelt, heb je heel erg de neiging om tot actie over te gaan. Met het idee dat het goedkomt, als je maar vindt wat je zocht. Een voorwerp of een persoon die zorgt dat je alles weer onder controle hebt.
Dit gedrag zit dus ‘in je hoofd’. Toch ligt de directe oorzaak vaak in de omgeving. Een voorwerp, geluid of de ruimte waarin je bent kan de onrust veroorzaken. Voor mensen in de directe omgeving is het belangrijk om te ontdekken welke voorwerpen of situaties rusteloosheid veroorzaken.
In je systeem
Het kan ook te maken hebben met het leven vóór de diagnose dementie. Als je jarenlang hetzelfde werk deed, kan de onrust in het gevoel zitten aan het werk te moeten. Niet zo gek als je jarenlang altijd naar je werk móest. Het zit in je systeem.
Soms kan de inrichting van de woning of de verlichting de oorzaak zijn. Misschien is er buiten veel lawaai en veroorzaakt dat onrust. Een hele gewone opmerking van een familielid of partner kan onbedoeld ook onrustig gedrag veroorzaken. Dat is lastig voor de persoon met dementie, maar ook voor anderen. Je kunt het gevoel krijgen dat je steeds rekening moet houden met wat je zegt of doet.
Verveling of teveel energie
Verveling of een teveel aan energie kan ook onrustig maken. Ook met dementie moet je je energie kwijt. Vroeger kon je dat zelf wel regelen. Maar door dementie besef je niet altijd dat je iets leuks kunt doen om je beter te voelen. Een voorbeeld: Je wilt naar buiten, maar komt niet verder dan rondjes door het huis lopen.
Onrust kan ook een lichamelijke oorzaak hebben. Dorst, pijn of honger. Je voelt wel dat je dorst hebt, je kunt het alleen niet zeggen. Het kan ook nog ernstiger zijn, zoals een infectie of een verkeerde combinatie van medicijnen. Als familielid, partner of vriend(in) is het belangrijk om de huisarts te waarschuwen als iemands gedrag opeens verandert. Misschien vindt de arts een oorzaak die jij nog niet hebt kunnen vinden.
Tips tegen onrustig gedrag bij dementie
- Komt het gedrag steeds op hetzelfde tijdstip?
Probeer te ontdekken of het onrustige gedrag steeds op hetzelfde tijdstip voorkomt. Dan kun je de oorzaak vinden. Bijvoorbeeld aan het einde van de dag, als het tijd is om te gaan slapen. Een dagboek kan je helpen om de herhaling te zien. Door het bij te houden, ontdek je een patroon. Dan ben je een stap dichter bij een oplossing.
- Blijf rustig
Voor jezelf is het belangrijk dat je rustig blijft en niet in discussie gaat. Probeer de spanning te doorbreken door iets anders te doen, alleen of samen met de persoon met dementie.
- Probeer niet boos te worden
Maar: besef wel dat je zelf ook maar een mens bent. Wil je even stoom afblazen, doe dat dan. Bij iemand die je kent en vertrouwt, of juist bij een vreemde die weet hoe je je voelt.
- Wil hij of zij iets duidelijk maken?
Probeer te ontdekken of de persoon met dementie iets duidelijk wil maken. Naar het toilet moeten, honger, dorst of pijn hebben kunnen allemaal meespelen. Dementie kan ervoor zorgen dat je dat niet meer kunt vertellen.
- Vind een activiteit
Bijvoorbeeld iets dat lijkt op het werk dat hij/zij vroeger deed. Of een hobby. Of klusjes in huis die hij of zij al jaren doet. Iets doen geeft houvast. Van planten verzorgen tot papieren ordenen tot kaarten maken. Wat past bij hem of haar?
- Zorg voor een vast ritme
Zorg dat je elke dag hetzelfde ritme vasthoudt. Dus: ongeveer rond dezelfde tijd opstaan en ontbijten en rond dezelfde tijd gaan slapen.

- Doe leuke dingen
Zorg binnen die routine wel voor leuke dingen. En nieuwe dingen. Een rondje over de markt lopen, een bezoekje aan vrienden of familie. Het hoeft niet meteen een spannend dagprogramma te zijn. Een korte wandeling of een tripje naar het winkelcentrum kan ook al fijn zijn.
- Zoveel mogelijk zelf laten doen
Help waar nodig, maar geef de persoon met dementie de ruimte om nog zoveel mogelijk zelf te doen. Dat het wat langer duurt, is niet erg.
bron; Dementie.nl






