Omgaan met hulpweigering van mensen met dementie
Als je naaste weigerachtig of achterdochtig is, kan dit door dementie komen. We hebben een paar tips om je te helpen hiermee om te gaan.
Vooral in het omgaan met beginnende dementie kan je voor verrassingen komen te staan. Misschien heeft je naaste geen ziekte-inzicht waardoor alles gewoon normaal is in haar ogen. Je naaste kan weigeren om te eten want dat hebben jullie net gedaan. Onder de douche gaan is niet nodig. Hulp in huis is onzin en medicijnen zijn nergens goed voor. Je kunt je naaste moeilijk dwingen iets te doen waarvan jij weet dat het beter is. Het kan wel helpen als je begrijpt waaróm je naaste iets weigert. Als je dat eenmaal snapt, is er vaak wel een oplossing te bedenken.
Oorzaken van weigering
Weigeren hulp te zoeken kan te maken hebben met ontkenning van de ziekte. In een vroeg stadium van de dementie kan je naaste zichzelf nog voorhouden dat er niets met haar aan de hand is. Ze raakt dan geïrriteerd als jij aandringt op een bezoek aan de huisarts of op hulp zoeken bij dingen waarvan jij ziet dat ze niet goed meer gaan.
Ook de ziekte zelf kan een oorzaak zijn van weigerachtigheid, achterdocht of angst. Door de veranderingen in de hersenen overziet je naaste de gevolgen van de dementie niet goed meer en kan ze niet goed inschatten wat voor haar het beste is. Ze kan door haar ziekte ook impulsief of primair gaan reageren. Maar als ze niet wil eten, slapen of zichzelf wassen, is dat op de lange duur schadelijk voor haar. En voor jou is het frustrerend en uitputtend. Probeer daarom te achterhalen waarom ze zich zo gedraagt en bedenk dat ze dit niet bewust doet. Ze is overtuigd dat ze het bij het juiste eind heeft. Tegenspreken heeft daarom meestal weinig zin.
Mijn moeder eet slecht en verwaarloost zichzelf. Toch is er niks aan de hand, volgens haar. Ze weigert naar de huisarts te gaan en wij mogen haar ook niet helpen.
Sarah (52)
Zoek helderheid in de verwarring.
Praat met je naaste over de dingen die ze niet wil of niet meer zelf kan doen. Kies daar een moment voor dat ze relatief helder is en houd het praktisch. Misschien wil ze haar pillen niet nemen omdat ze niet meer begrijpt waar ze voor zijn, maar kan ze dat niet toegeven. Of ze wil de pillen niet van de thuiszorghulp, omdat ze haar niet helemaal vertrouwt. Probeer haar te volgen in haar beleving en wees niet te confronterend en sturend. Dan kun je misschien samen een manier vinden waarop ze haar pillen wél wil nemen.
Let erop om één ding tegelijk aan te pakken. Wees geduldig en neem de tijd, want waarschijnlijk zijn gesprekken als deze nieuw voor jullie. Ze moet nog vertrouwen krijgen in jouw goede adviezen. Geef haar niet het gevoel dat je haar wil dwingen; ze kan dan nog weigerachtiger worden om zo voor haar gevoel zelf controle over de situatie te houden. Je kunt beter proberen een manier te vinden om mee te gaan in haar wensen. Vaak kunnen dingen best iets anders georganiseerd worden dan jij in gedachten had. Jij bent in ieder geval beter in staat tot flexibiliteit dan zij.
In het verpleeghuis wordt iedereen al om tien uur in bed geholpen. Dat is nu eenmaal zo ingepland. Maar Frans wil dat niet. Hij heeft zijn hele leven in de horeca gewerkt: hij is een nachtdier.
Hetty (78)
Tips voor het omgaan met weigerachtig gedrag.
Het is lastig om je naaste ergens toe te bewegen als ze dat niet wil. ‘Politieagentje spelen’ is vervelend en werkt ook meestal niet. De volgende suggesties kunnen je helpen.
- Blijf niet aandringen. Probeer het later gewoon nog een keer.
- Breng variatie aan in de dingen die lastig gaan, zodat je kunt ontdekken wat het beste werkt. Misschien vindt je naaste het fijner om na het ontbijt te douchen in plaats van ervoor. Of misschien wil ze liever in bad, of gewassen worden met een washandje.
- Stel geen vragen zoals ‘Wil je eten?’, maar vertel gewoon dat het tijd is om te eten.
- Probeer dingen die je naaste vervelend vindt zo ongedwongen mogelijk te doen. Trek al babbelend haar steunkousen aan terwijl je zogenaamd net even bukte om iets op te rapen.
- Let op je eigen gezichtsuitdrukking en lichaamshouding. Als jij moeilijk gaat kijken omdat je bang bent ‘dat het wel weer lastig zal worden’, verwacht je naaste dat er (inderdaad) iets vervelends gaat gebeuren en gaat ze zich juist verzetten.
- Stel een beloning in het vooruitzicht: ‘Na het douchen gaan we een lekker taartje eten.’ Zo’n belofte moet je dan wel echt nakomen.
- Laat je naaste een ‘officieel’ doktersbriefje zien, waar op staat dat het heel belangrijk is dat ze haar pillen inneemt.
- Zet een leuk muziekje op of neem iets lekkers om het klusje te veraangenamen.
- Probeer je gevoel voor humor te bewaren.
- Overleg met de casemanager. Zij is getraind in het omgaan met dementie en herkent weerstand of hulpweigering, reacties die bij dementie vaak voorkomen.
“Vertrouwen is de basis van goede zorg”
- Wil je naaste niet naar de huisarts? Lees hier de tips om iemand te motiveren om naar de huisarts te gaan.
Tips om je naaste te motiveren om naar de huisarts te gaan.
Een bezoek aan de huisarts kan een hoge drempel zijn. Maar ook voor je naaste is het prettig om te weten wat er aan de hand is. Hoe kun je haar motiveren?
Een bezoek aan de huisarts kan een hoge drempel zijn voor iemand die daar misschien wel te horen krijgt dat ze dementie heeft. Maar voor iedereen is het uiteindelijk prettiger om te weten wat er aan de hand is, ook als het om iets anders blijkt te gaan dan dementie.
Jij bent overtuigd dat een bezoek aan de huisarts nodig is, maar hoe krijg je nu je naaste mee? We geven je praktische tips die je op ideeën kunnen brengen om haar met respect en begrip zover te krijgen. Uiteindelijk ken jij haar het beste en weet je voor welke argumenten ze gevoelig is.
- Combineer het bezoek aan de huisarts met een controlebezoek voor bijvoorbeeld hoge bloeddruk of een andere klacht. Informeer je huisarts vooraf en vraag om een dubbel consult voor extra tijd;
- Ga eerst zelf met de huisarts praten. Niets is zo moeilijk als je naaste afvallen in het bijzijn van de huisarts. Je naaste kan zich dan door jou verraden voelen;
- Bespreek je zorgen met de huisarts en vraag of hij je naaste uit wil nodigen voor een controlebezoek, bijvoorbeeld voor een vitaliteitscheck vanwege de leeftijd;
- Bespreek je zorgen met de huisarts en vraag hem langs te komen onder het mom ‘ik was toevallig in de buurt’;
- Doe een beroep op het medeleven van je naaste en vraag haar of ze wil mee gaan ter geruststelling, omdat je je zorgen maakt;
- Wees open en probeer zo je naaste te laten inzien dat sommige dingen anders zijn dan voorheen. Benoem zonder verwijt de gedragsveranderingen die je ziet en vergelijk het gedrag met hoe het was. Laat merken dat jij je zorgen maakt en graag duidelijkheid wilt;
- Wijs je naaste op het belang van een diagnose;
- Misschien helpt het als je samen met je naaste de geheugentest doet. Dan beoordeelt zij de situaties in de test. Dat geeft jou houvast voor het gesprek.
Voor het stellen van de juiste diagnose is de medewerking van je naast vereist. Je kunt haar niet dwingen, want ze heeft het recht om niet te willen weten dat ze een ziekte heeft. Als ze blijft weigeren kun je niet anders dan je daarbij neerleggen. Geef de moed niet op. Wellicht krijg je haar over een tijdje wel zover dat ze meewil. In de tussentijd kun je natuurlijk zelf naar de huisarts gaan om je zorgen te bespreken en advies te vragen.
Hulp van buitenaf
Hulp van buitenaf inschakelen kan een groot probleem zijn. Je naaste vertrouwt het misschien niet en wil ‘een vreemde’ niet binnenlaten. Of ze weigert alle medewerking. Hieronder hebben we enkele suggesties op een rij gezet.
- Meestal helpt het als je slechts één verandering of vorm van hulp tegelijkertijd voorstelt. Je naaste heeft tijd nodig om te wennen aan veranderingen. Door veranderingen stap voor stap te introduceren, vergroot je dat de kans dat je naaste erin meegaat. Dat geldt zeker als ze het gevoel heeft dat zij invloed heeft op de beslissing.
- Soms helpt een testperiode of een maandje uitproberen. Hulp voor een korte periode is makkelijker te accepteren dan hulp voor de lange termijn.
- Sommige mensen accepteren eerder hulp van een bekende dan van een vreemde. Misschien wil de buurman dagelijks een maaltijd klaarmaken of kan een jongere uit de wijk klusjes doen tegen een kleine vergoeding.
- Leg de nadruk op je eigen behoefte. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik zou me veel prettiger voelen als…’ of ‘Ik geef om je en maak me zorgen over… Wil je me helpen zodat ik me minder zorgen maak?‘
- Vraag aan de huisarts of specialist van je naaste of hij contact met haar opneemt om het belang van extra hulp te onderstrepen. Misschien respecteert ze wel het advies van een deskundige.
Zonder de casemanager was het mij niet gelukt mijn man naar een dagopvang te laten gaan, en nu heeft hij het er gelukkig ontzettend naar zijn zin.
Wilma (73)
Als je naaste ondanks alles hulp blijft weigeren, kun je er helaas weinig aan doen. Vraag je dan af wat belangrijker is: haar weigering, of de kans dat haar veiligheid daardoor in het gedrang komt. Of je eigen grenzen die bereikt zijn. Soms zul je dan tot de conclusie komen dat je toch moet doorzetten. Vaak blijkt het verzet mee te vallen als de hulp eenmaal een feit is. Je kunt je misschien schuldig voelen als je iets doordrukt waar je naaste in eerste instantie niet achter staat. Het kan helpen om er met familie of vrienden over te praten. Als jullie op één lijn te zitten, kun je elkaar steunen.