Omgaan met irritatie en frustratie bij dementie
Door de dementie kunnen mensen minder goed duidelijk maken wat hen dwarszit. Dit kan leiden tot irritatie, boosheid en soms zelfs agressief gedrag. Hoe ga je hiermee om?
Wie dementie heeft, kan soms geïrriteerd reageren. Of boos als iets niet gaat zoals je wilt (frustratie). Dat gebeurt in het begin, maar kan ook gebeuren als iemand al langere tijd met dementie leeft. Wat kun je doen om dat gevoel van irritatie bij de ander te verminderen? En hoe kun je voorkomen dat het erger wordt?
Oorzaak van irritatie en frustratie bij dementie
Mensen met dementie kunnen hun dierbaren soms onverwacht afsnauwen. Of geïrriteerd reageren wanneer je alleen maar wilt helpen. Als je dit merkt, is
het belangrijk dat je er iets mee doet. Hoe eerder je maatregelen neemt, hoe beter.
Als eerste is het belangrijk dat je begrijpt waar die hevige reacties vandaan komen. Het is niet niks om dementie te hebben. Je kunt je heel erg verloren voelen, zeker als je zelf beseft dat je niet meer beter wordt. Verdriet over het ziek zijn dus. En dat gevoel reageer je dan af op mensen die dichtbij je staan.
Maar het kan ook de ziekte zelf zijn die iemand snauwerig maakt. Wanneer delen van je hersenen beschadigen, laat je ander gedrag zien. Ook als je dat helemaal niet wilt. En ook als je heel veel van de ander houdt.
Frustratie en irritatie herkennen
Geïrriteerd gedrag herken je vaak snel. Bijvoorbeeld snauwen of iets lelijks zeggen. Frustratie, de emotie die je kunt voelen als iets niet lukt, is moeilijker te herkennen. De volgende voorbeelden kun je herkennen als frustratie:
- Overstuur raken van foutjes en bij geheugenproblemen
- Huilbuien om dingen die voorheen helemaal niet belangrijk waren (let op: bij sommige vormen van dementie kun je ook ‘spontaan’ gaan huilen. Dan rollen de tranen, maar voelt iemand zich verder niet verdrietig of boos)
- Zichzelf verdedigen en anderen de schuld geven van dingen die misgaan
- Snauwen en vaak chagrijnig zijn
- Ruzie zoeken en veel kritiek hebben op anderen
- Boos worden van geluid of te veel drukte. Let op: Herrie of drukte kan écht te veel zijn voor mensen met dementie
Wat kun je doen bij irritatie en frustratie door dementie?
- Neem de gevoelens van de persoon met dementie serieus
Het kan lastig zijn om er samen over te praten. Zeker als dementie ervoor zorgt dat hij of zij niet kan vertellen wat er mis is. Reageer zelf rustig en begripvol. En als je dat even niet kunt opbrengen (wat heel menselijk is), loop dan even weg uit de situatie.
- Probeer erachter te komen of er momenten zijn die de gevoelens van frustratie opwekken
Is het verveling? Of is het juist veel te druk, met te veel lawaai en te veel mensen? Houd op een lijstje bij welke dingen ontspanning geven en welke dingen onrust of boosheid.
- Overweeg handige aanpassingen in huis
Soms is er een hele praktische oplossing om de bron van frustratie weg te nemen. Gaat telefoneren lastig? Schaf dan een hulpmiddel aan. Bijvoorbeeld een gemakkelijke telefoon met foto’s van alle contacten. Wil je meer tips voer hulpmiddelen voor thuis? Bekijk dan de Checklist: veilig en prettig thuis wonen met dementie.
- Frustratie komt vaak voort uit een verlies van zelfstandigheid
Laat de persoon met dementie zoveel mogelijk zelf doen. Ook al duurt het dan wat langer. Ga op zoek naar slimme hulpmiddelen. Neem bijvoorbeeld eens een kijkje op de hulpmiddelenwijzer van Vilans.
- Vraag je naaste om je te helpen met een (eenvoudige) klus
Samen stekjes planten, de was vouwen of andere klusjes die nog prima gaan. Dat versterkt het gevoel van controle en ‘nuttig’ zijn.
- Je kunt nog dingen opnieuw aanleren
Er zijn veel manieren om dingen (opnieuw) aan te leren. Vraag ook eens advies aan een ergotherapeut, of vraag je casemanager om hulp.
- Zorg dat je zelf niet gehaast bent
Haast bij een ander zorgt voor (nog meer) frustratie. Is het echt zo erg als het wat langer duurt?
- Lichaamsbeweging blijft belangrijk
Een frisse neus halen, samen een ommetje maken. Het zorgt (onbewust) voor een fijn gevoel.
bron; Margriet