Frontotemporale dementie (FTD)
De hersenen bestaan uit verschillende delen. Die hersendelen worden ook wel kwabben genoemd. Bij frontotemporale dementie (FTD) verdwijnen de hersencellen in het voorste gedeelte van de hersenen. Dit zijn de frontale en temporale hersenkwabben. Opvallend is dat deze ziekte zich vaak op relatief jongere leeftijd (tussen de 40 en 65 jaar) voordoet.
Ziekte van pick
FTD is na Alzheimer de meest voorkomende vorm van dementie. Naast de afkorting FTD wordt frontotemporale dementie soms ook wel als de ziekte van Pick aangeduid.
Symptomen van frontotemporale dementie
In de frontaalkwab van de hersenen ligt de aansturing van ons gedrag. In de temporaalkwab ligt het taalgebied. Door het afsterven van hersencellen in deze twee kwabben ontstaan er veranderingen in gedrag en karakter. Ook zie je een verandering in gebruik van spraak, taal en taalvaardigheid. Geheugenproblemen treden pas later op.
Frontotemporale dementie herkennen
Er worden drie soorten frontotemporale dementie onderscheiden. De kenmerken van frontotemporale dementie worden hieronder benoemd:
- Gedragsveranderingen door frontotemporale dementie
Mogelijke gedragsveranderingen door frontotemporale dementie zijn:
-
- Verlies van initiatief
- Onverschilligheid
- Onrust en ongedurigheid
- Ontremming en onaangepast gedrag
- Minder aandacht voor persoonlijke hygiëne
- Dwangmatig gedrag
- Beweging: de motoriek houterig. Lopen wordt moeilijker, iemand valt vaker en heeft problemen met de coördinatie. Trillen is ook een kenmerk.
- Taal- en spraakveranderingen door frontotemporale dementieVoorbeelden van taal- en spraakveranderingen door frontotemporale dementie zijn:
- Moeite met het vinden van woorden
- Moeite met zinnen vormen
- Blijven hangen bij een onderwerp
- Echolalie: nazeggen
- Weinig of helemaal niet meer spreken (na enkele jaren)
Diagnose van frontotemporale dementie.
Frontotemporale dementie is moeilijk te herkennen. De symptomen en de relatief jonge leeftijd waarop ze beginnen, worden vaak namelijk niet geassocieerd met dementie. Er treden spraak- en gedragsveranderingen op, maar er zijn vaak nog geen problemen met het geheugen. Dit in tegenstelling tot de meeste andere vormen van dementie. Daarnaast uiten deze gedrags- en spraakveranderingen zich niet bij iedereen hetzelfde.
Je huisarts zal beginnen met een gesprek (anamnese) en eventueel een aantal aanvullende tests. Bij een vermoeden van dementie zal hij of zij je vervolgens doorverwijzen naar een andere specialist (neuroloog of geriater).
Oorzaken van frontotemporale dementie
Deze vorm van dementie blijkt een erfelijke factor te hebben. Een afwijkend gen zorgt ervoor dat een bepaald eiwit, dat verantwoordelijk is voor vervoer van stoffen in de hersencel, niet meer goed functioneert. Dit leidt uiteindelijk tot het afsterven van de hersencel. Tot op heden is hier geen behandeling tegen mogelijk.
Frontotemporale dementie verloop
Hoe de ziekte zich ontwikkelt, oftewel het verloop, verschilt van persoon tot persoon. Sommige mensen gaan snel achteruit, terwijl het verloop bij anderen geleidelijker gaat.
Wat je bij alle mensen met deze vorm van dementie ziet, is dat het vermogen om te praten steeds verder afneemt. Uiteindelijk spreekt die persoon ook niet meer. Vanwege het veranderende gedrag (denk aan onrust of dwangmatig gedrag) kunnen mensen met frontotemporale dementie uiteindelijk ook niet meer thuis wonen. Ze worden opgenomen in een verpleeghuis waar ze uiteindelijk vanwege hun ontstane zwakke gezondheid overlijden.
Omgaan met frontotemporale dementie
De diagnose dementie heeft een grote impact op zowel de patient, als zijn of haar familie en vrienden.
Bron; PG groep.