Tips voor een goede communicatie.
Niet te abrupt in het waarnemingsveld van een persoon met dementie komen, maar laat je horen en zien voordat je dichterbij komt.
Oogcontact maken.
In het gezichtsveld van een persoon met dementie blijven als je tegen hem praat.
Het contact eerst afsluiten en niet zomaar ineens weglopen.
Over vroeger praten.
Zo weinig mogelijk woorden gebruiken om zoveel mogelijk te zeggen.
Niet alleen woorden gebruiken om iets duidelijk te maken maar ook je handen en je lichaamstaal.
Zo min mogelijk contact maken met woorden en gebruik zoveel mogelijk andere zintuigen d.w.z. het is goed om zoveel mogelijk te laten zien, voelen, ruiken en proeven.
Zo min mogelijk zinnen gebruiken met “ja maar“ of “waarom“
Vaak blijven herhalen en nagaan of de vraag begrepen is.
Uitdrukken van persoonlijke gevoelens en emoties stimuleren door ernaar te vragen.
Afleidingen en teveel drukte vermijden.
Voor structuur zorgen in moeilijke situaties.
Houvast en veiligheid bieden..
Keuzes beperken.
Weerstand en verzet vermijden.
Geen conflicten uitlokken, geen frustraties versterken.
Niet bestraffend verwijtend of vernederend zijn.
Onveiligheid, onzekerheid of angst vergroten zoveel mogelijk voorkomen..
Probeer niet te hoge of te lage verwachtingen te hebben.
Nooit iemand uitlachen.
Geef iemand de kans zich uit te drukken.
Initiatief nemen tot gesprekjes en toon genegenheid.
Mensen met dementie aanraken, laat ze nabijheid voelen (mits men dit toelaat)
Ook tegen mensen met een ernstige dementie praten, betrek ze bij het gesprek.
Kijk of de persoon met dementie je boodschap begrepen heeft.