Ans opent met de woorden dat dementie een verzamelnaam is voor meerdere soorten ziekten aan de hersenen.
Bij dementie gaat het vaak om de ziekte van Alzheimer zo’n 2/3 deel van getroffenen heeft Alzheimer.
Ook vasculaire dementie komt vaak voor.
Bij Alzheimer gaat het sluimerend, het begint vaak bij het kort termijn geheugen in de taal.
Deze ziekte tast de hersenschors aan.
Bij vasculaire dementie gaat het om kleine bloedinkjes in de hersenen die telkens een stukje van het brein aantasten. Zo blijven er delen ongeschonden en andere delen worden aangetast.
Dit kan voor de omgeving erg verwarrend zijn, ze kunnen vertellen wat ze in de krant hebben gelezen, maar herkennen jou niet.
Erfelijkheid komt eerder voor bij jonge mensen met dementie, helaas is er nog geen afdoende behandeling. Alles wat nu in onderzoek is vertraagd de ziekte maar lost niets op.
Door goed voor jezelf te zorgen kun je alles doen om in de juiste conditie te blijven: bewegen, weinig vet, sociale contacten vasthouden.
Wat te doen als iemand niks wil terwijl er een vermoeden van dementie is:
Je kunt iemand niet dwingen, echter als bekend is wat er aan de hand is kan men handelen een erop inspringen, en dus beter mee omgaan.
Begrip komt vanuit de omgeving als bekend is wat er speelt.
Er wordt dankbaar gebruik gemaakt van het vragen rondje.
Ook het onderling delen met elkaar blijkt ook nu weer waardevol.