Vorige week stond er een videofilmpje op deze website over achterdocht bij dementie.
We gaan hier deze week verder op in door onderstaande tekst.
Wat is achterdocht bij dementie?
Mensen met dementie kunnen achterdochtig worden doordat ze de greep op de werkelijkheid verliezen. Ze vergeten dingen en kunnen situaties niet goed inschatten. Ze vergeten bijvoorbeeld waar ze hun portemonnee hebben gelaten. Maar denken dat iemand anders deze kwijt heeft gemaakt of gestolen heeft.
Als iemand vroeger ook al een beetje achterdochtig was, kan dit door dementie erger worden. Ook slecht zien, slecht horen en een opname in een verpleeghuis kunnen de achterdocht versterken.
Voorbeelden van achterdocht:
Achterdochtige personen met dementie beschuldigen mensen bijvoorbeeld van diefstal. Ook verbergen ze vaak spullen omdat ze bang zijn dat anderen deze afpakken. Soms krijgt de patiënt zelfs waanbeelden. Zeer vervelend is het als een persoon met dementie zijn partner onterecht van vreemdgaan beschuldigt.
Omgaan met achterdocht
Tips bij missende voorwerpen:
- Leg spullen op vaste plaatsen. In de beginfase van dementie is dat mogelijk nog aan te leren. Gebruik 3 vaste plaatsen: een plaats voor dingen die een paar keer per dag nodig zijn, één voor dingen die een paar keer per week nodig zijn en één voor dingen die maar af en toe nodig zijn.
- Straf de persoon met dementie niet voor het verliezen van voorwerpen of het verbergen van spullen.
- Probeer er achter te komen wat de favoriete verbergplaats is.
- Zorg voor een tweede exemplaar van dingen die vaak kwijtraken, zoals sleutels, brillen, portemonnees en hoorapparaten.
Tips bij beschuldigingen:
- Ga niet in discussie over beschuldigingen. Meestal bedoelt diegene het niet persoonlijk en kan hij er niets aan doen.
- Laat wel merken dat je het vervelend vindt dat de persoon in kwestie iets kwijt is.
- Help met zoeken.
- Probeer een iemand met dementie af te leiden.
- Bespreek met een arts met ervaring of medicijnen (tijdelijk) nodig zijn.
Algemene tips voor het omgaan met achterdocht:
- Zorg dat u tijd voor u zelf vrijmaakt.
- Lucht uw hart bij familie, vrienden of lotgenoten. Ga bijvoorbeeld naar een van de Alzheimercafés die overal in Nederland worden gehouden.
- Overleg met uw huisarts over professionele hulp. In steeds meer regio’s zijn casemanagers dementie aanwezig. Zij zijn het aanspreekpunt voor mensen met dementie en hun omgeving. Zij begeleiden en adviseren over mogelijke hulp.
Bron; thuisarts.