Ria vertelt haar verhaal.
Door personeelstekorten en wachtlijsten moeten mensen steeds vaker zelf voor hun hulpbehoevende partner zorgen. En dat is zeker voor oudere mantelzorgers een zware, bijna onmogelijke opgave. Zoals voor Ria (75), die voor Leen (77) haar man met dementie, zorgt.
Met een brede glimlach werkt Leen zijn fitnessprogramma af. Begeleider Yolanda helpt hem naar het volgende programmaonderdeel. Twee keer per week sporten Leen (77) en Ria (75) hier tijdens het besloten dementievriendelijke uurtje. ‘Leen was als glazenwasser altijd fysiek bezig’, had echtgenote Ria eerder verteld. ‘Van het sporten knapt hij op en het zorgt ervoor dat hij minder snel nóg strammer wordt.’
Doodmoe
Ria is moe, doodmoe. 24 uur per dag zorgt ze voor Leen met wie ze 43 jaar getrouwd is. Op de vraag of ze kinderen hebben, reageert ze geprikkeld. ‘Die vraag krijg ik continu van alle instanties. Alsof het vanzelfsprekend is dat je kinderen hebt. En dat die wel voor hun ouders kunnen zorgen.’
‘Een goede nachtrust zit er niet meer in’
Veel plannen
Ria zorgt met liefde voor haar echtgenoot, benadrukt ze. Andersom had hij dat ook voor haar gedaan. Het voelt machteloos, vertelt ze, dat Leen, Leen niet meer is. De euthanasieverklaring die ze lang geleden opstelden, blijkt niets waard nu haar partner niet meer wilsbekwaam is. Sinds kort staat hij op de wachtlijst van een verpleeghuis. ‘Ik wil niet dat hij op zo’n gesloten afdeling komt. Dan wordt hij gek. Hopelijk komt er op termijn een plaats vrij bij een kleinschalige zorglocatie, waar hij veilig de tuin in kan, leuke afleiding heeft. Het is afschuwelijk dat het zo loopt; we hadden nog zoveel plannen.’
MANTELZORG IN CIJFERS
Nederland telt 5 miljoen mantelzorgers
Daarvan zorgt 1 miljoen intensief voor een naaste (langer dan 3 maanden, meer dan 8 uur per week)
Van deze groep is zo’n 13% ouder dan zeventig jaar.
De helft van de mantelzorgers boven de 75 jaar zorgt wekelijks 39 uur voor zijn of haar zieke partner
Van de mantelzorgers voelt bijna 10% zich zwaar belast
Weglopen
Terwijl Leen in de tuin zijn vrouw gaat zoeken, vertelt Ria hoe ingrijpend het is dat hij haar niet meer herkent. ‘Van echtgenote ben ik een soort huishoudster geworden. Er is niks aan te doen, dat vreet aan je.’ Ze is blij dat ze nu drie keer per week ondersteuning krijgt vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Een vrijwilliger gaat dan ’s middags met Leen wandelen of iets anders leuks doen. Dan kan Ria even naar de supermarkt of andere noodzakelijke klussen doen. Ria: ‘Eerder hebben we dagbesteding geprobeerd. Maar Leen liep daar weg. Niks voor hem om in een duf kringetje te zitten. Vanwege de zomervakantie hebben we nu tijdelijk geen begeleiding. Geen vervangend personeel helaas.’
‘De zorg moet ik zelf doen, ik heb geen keuze’
Prikkelbaar
Er zijn dagen dat ze er helemaal doorheen zit, vertelt Ria. Dan is ze prikkelbaar. Een wandelingetje met hond Prince is haar enige ontspanning. ‘Gelukkig ben ik nog fit en kan ik de zorg en het huishouden nog zelf doen. Ik heb ook geen keuze. Maar ooit is het op, dan kan ik het niet meer. Vrienden zeggen wel dat ik aan de bel moet trekken als ik hulp nodig heb, maar zo werkt het niet. Als Leen valt, zoals laatst, helpt de buurman gelukkig om hem overeind te tillen.’
Onmisbaar
Leen veegt met zijn oude wisser de regendruppels van de tuintafel. ‘Zijn glazenwassersspullen zijn onmisbaar’, vertelt Ria op de zwarte emmer wijzend.
‘Als hij geen alzheimer had gehad, was hij nog gewoon aan het werk geweest. Dat was zijn lust en zijn leven. Iedereen hier in de regio kent hem. Maar hij hen niet meer.’